In Noord-Korea werd een baby levenslang opgesloten wegens bezit van de bijbel door zijn familie
Pyongyang is vooral in het nieuws vanwege zijn agressieve gedrag in de internationale betrekkingen. Op huiselijk gebied treedt Kim Jong-un in de voetsporen van zijn vader en grootvader die het land meedogenloos regeerden, onder meer door gelovigen te onderdrukken. Onder hen christenen, zelfs hun jonge kinderen. Uit een rapport is zojuist gebleken dat ten minste één baby is veroordeeld tot levenslang in een goelagkamp.
In zijn op 15 mei gepubliceerde rapport over godsdienstvrijheid in de wereld wijst het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken daarop Noord-Korea handhaaft een hoog niveau van schendingen van de godsdienstvrijheid. Het document luidt dat "de regering doorging met het executeren, martelen, arresteren en fysiek mishandelen van mensen voor hun religieuze activiteiten."
De situatie is niet veranderd sinds het rapport dat in 2014 is geschreven door de VN-onderzoekscommissie voor de mensenrechten in de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea. De onderzoekers hadden genoeg elementen verzameld om te onderstrepen dat veel schendingen van deze rechten misdaden tegen de menselijkheid vormden. Volgens het rapport was er sprake van een bijna absolute ontkenning van de vrijheid van mening, meningsuiting, informatie en vereniging.
Het rapport dat in 2021 aan de Algemene Vergadering van de VN is gepresenteerd, geeft aan dat er geen verbetering was. Het wijst op "een gebrek aan toegang tot informatie met betrekking tot religie en religieuze activiteiten, de strafbaarstelling van artikelen die zonder toestemming zijn geïmporteerd, de afwezigheid van religieuze voorzieningen behalve in Pyongyang, en toezicht door buren en autoriteiten". Volgens dit rapport worden christenen beschouwd als een "vijandige klasse" en een "ernstige bedreiging voor loyaliteit aan de staat".
Levenslange gevangenisstraf of zelfs de doodstraf voor het bezit van een bijbel
De moeilijkheid om informatie te verzamelen betekent dat sommige informatie ons pas jaren later bereikt. Het rapport van het ministerie van Buitenlandse Zaken onthult dus 14 jaar na de gebeurtenissen dat een tweejarig kind tot levenslang in de gevangenis is veroordeeld.
In 2009 werd een gezin gearresteerd vanwege hun religieuze praktijken en het bezit van een bijbel. Alle leden, inclusief de baby, werden veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf in een politieke gevangenis. In Noord-Korea worden de ouders en kinderen van degenen die beschuldigd worden van het uiten van onwettige meningen zelf voor de rechter gebracht wegens meningsmisdrijven.
In 2001 versterkte Pyongyang zijn strijd tegen het christendom door te adopteren een nieuwe wet die de invoer van verboden materiaal bestraft, inclusief de Bijbel. De tekst noemt expliciet christenen en voorziet in dwangarbeid tot 10 jaar, of zelfs de doodstraf als het aantal werken groot is.
Aangenomen wordt dat 70 christenen en aanhangers van andere geloven worden opgesloten in Noord-Koreaanse gevangenissen waar ze worden onderworpen aan harde behandeling, zeer slecht worden gevoed en kunnen worden vermoord door hun gevangenbewaarders. Velen sterven daar van honger en uitputting, gedwongen te werken in de slechtste omstandigheden.
Jean Sarpedon
